Om de transitie naar een reparatiesamenleving te doen slagen is niet alleen heel veel kennis nodig, maar ook kunde, ervaring en een andere, creatieve mindset. Daarom begon de dag met reparatieworkshops. Deelnemers haalden zelf laptops en mobiele telefoons uit elkaar en leerden kleren met de hand verstellen.
In de circulaire, sfeervolle kas van Firma van Buiten in Delft spraken we met zo’n 120 mensen over de vraag hoe we de omslag kunnen maken van een wegwerpeconomie naar een reparatiesamenleving en presenteerden we de white paper ‘Reparatie in de circulaire economie.’ In gesprek met ondernemers, beleidsmakers, wetenschappers, studenten en reparerende burgers over nieuwe wetgeving, design, consumentengedrag, led-strips en de noodzaak om alles wat bij reparatie komt kijken in samenhang te bezien.
Economisch delict en marktfalen
Wie wil repareren staat vaak voor grote moeilijkheden, vertelden Jan Post en Cees Grimmelikhuisen later op de middag op het podium. Post, directeur van de Reparatiewinkel: “Televisies gaan vaak stuk omdat een strip led-lampjes niet meer werkt, of een diode, een klein lampje, het niet meer doet. Dat is heel simpel te verhelpen. Maar het wordt ons moeilijk gemaakt. Er is nergens informatie over het toestel te vinden, of reserve-onderdelen zijn niet leverbaar. En een onderdeel ergens anders vandaan halen, uit een andere t.v. bijvoorbeeld, dat kan zomaar niet: dat is een economisch delict.” Martin Hof, branchemanager bij Techniek Nederland, vult aan: “Wetgeving is gemaakt in een tijd dat we reparatie niet top of mind hadden.”
De problemen zijn bekend en er wordt aan gewerkt, vertelde René Repasi, Europarlementariër en hoogleraar Public and Private Interests aan Erasmus School of Law. Repasi ziet de gewoonte om wat stuk gaat weg te gooien in plaats van te repareren vooral als een marktfalen. “De markt produceert geen producten die lang meegaan. Sinds de jaren '50 is het steeds moeilijker geworden om spullen te repareren. Dat is een verdienmodel. Met een Europese garantietermijn van twee jaar is er geen trigger voor fabrikanten producten met een lange levensduur te ontwerpen. Nieuw verkopen levert meer op. Nieuwe richtlijnen en wetten gaan de spelregels en daarmee de markt veranderen.”
Nieuwe wetgeving en richtlijnen
Verschillende richtlijnen en wetgeving zijn in voorbereiding. De bestaande richtlijn Ecodesign wordt aangepast zodat bijna alle productgroepen straks duurzamer te produceren zijn en beter te repareren en recyclen. Het Right to Repair stelt voor dat binnen de wettelijke garantieperiode van twee jaar verkopers alleen reparatie mogen aanbieden, behalve wanneer dat duurder is dan vervanging. Na de garantieperiode geldt een reeks rechten en instrumenten die reparatie bevorderen, voor de productcategorieën die vallen onder de richtlijn EcoDesign. Empowering Consumers richt zich op betrouwbare informatie over producten en de Richtlijn Groene Claims gaat onjuiste beweringen van organisaties over hun milieuprestaties tegen en producten moeten ook kunnen functioneren met reserve-onderdelen van een andere fabrikant.
Als Europa deze slag heeft gemaakt komt het aan op de concrete invulling daarvan, zeiden zowel Roland Knoester, directeur van APPLiA, de branchevereniging van leveranciers en producenten van elektrische huishoudelijke apparaten, als Martin Post, branchemanager van Techniek Nederland. Hoe gaan we dit in Nederland doen? Eenstemmig: “Daarvoor hebben we elkaar nodig.” "Wees deel van de oplossing, niet van het probleem," gaf ook Bart van Straten het publiek mee. In zijn crash course circulaire economie toonde hij met statistieken hoe het consumptiepatroon in Nederland enorme afvalbergen elders in de wereld veroorzaakt.
Techniek Nederland werkte al met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan een nationaal reparateursregister, een overzicht van professionele reparateurs, zodat de consument snel de weg naar vakbekwame mensen weet te vinden. Die reparateurs krijgen bovendien meer mogelijkheden om te repareren. “Ze krijgen dankzij de Ecodesign richtlijn straks meer toegang tot onderdelen”, aldus Maja Valstar, coördinerend beleidsmedewerker bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. “Het wordt mogelijk om aan alle fysieke producten duurzaamheidseisen te stellen en fabrikanten te verplichten reserve-onderdelen en reparatiehandleidingen beschikbaar te stellen. Er zijn ook meer mogelijkheden om echt naar het design van producten te gaan kijken.”
Ontwerp en consumentengedrag
Op het gebied van design is inderdaad nog een wereld te winnen, vertelde Bas Flipsen, assistant professor en lecturer aan de TU Delft faculteit Industrieel Ontwerpen. “Met modulair ontwerpen bijvoorbeeld, waarbij je een product in modules in elkaar zet en er in zijn geheel ook weer uit elkaar kan halen, waardoor je makkelijk bij belangrijke onderdelen kunt komen.”
Op de vraag of de consument al zover is verschilden de meningen. De Repaircafe’s, waar burgers zelf spullen repareren, schieten als paddenstoelen uit de grond. Maar de consument heeft vaak nog geen idee, stelde Jorien van Hoogen van de Consumentenbond. “De meeste vragen van consumenten gaan over garantietermijnen, naar mogelijkheden voor reparatie vragen mensen heel weinig.”
“Veel producten worden vervangen zonder dat reparatie overwogen is”, zegt ook Ruth Mugge, hoogleraar Ontwerp voor Duurzaam Consumentengedrag aan de faculteit Industrieel Ontwerpen van de TU Delft en part-time hoogleraar Responsible Marketing Amsterdam Business School. “Dat is verklaarbaar, want als je een week moet wachten voordat je kapotte wasmachine is gemaakt, is het makkelijker online een nieuwe te bestellen die je de volgende dag in huis hebt. Het is goed om reparatieservices zo in te richten dat de consument hetzelfde gemak ervaart bij reparatie.”
Consumenten kijken ook naar de relatieve waarde van een product, vertelt Mugge. “Als een koelkast na acht jaar kapot gaat, wegen mensen de relatieve restwaarde af tegen de kosten van reparatie. De verwachte levensduur speelt zo een belangrijke rol in de afweging die mensen maken. Daarop kun je op twee manieren ingrijpen en beide manieren zijn belangrijk: het product zo ontwerpen dat deze langer meegaat, en het beeld bijstellen dat mensen hebben van een product. Waarom zou je een telefoon na twee jaar moeten vervangen?”
Lokale kansen
Maaike Zwart, wethouder Gemeente Delft zoekt ook lokaal naar kansen om de circulaire economie vorm te geven. “We staan voor een grote systeemverandering en de eerste stappen die we nu zetten zijn nog klein, maar daarom niet minder belangrijk. In Delft willen we toegroeien naar een circulair Ambachtscentrum, waar je spullen heen kunt brengen voor een tweede leven en waar spullen ook worden gemaakt en weer verkocht.
Nicolet Dukker, directeur van afvalverwerker Avalex, heeft alvast een container op de Milieustraat gezet. “We vragen mensen bij binnenkomst al of ze hun spullen niet liever naar de kringloop brengen, of in onze verzamelcontainer willen achterlaten. Wij zorgen dan zelf dat het een tweede leven krijgt. Het is soms absurd hoe mooi de goederen nog zijn die mensen weg willen gooien. Pijnlijk om te zien.”
In Delft zijn er ondertussen meer plannen. Zwart: “We willen Delftenaren veel meer meenemen in wat er allemaal mogelijk is op het gebied van reparatie. Waar kun je kleding of producten laten maken? Mensen weten dat nu niet, communicatie is heel belangrijk.” Aan korting op reparatieservices – of deze gratis aanbieden – zoals ze in Amsterdam overwegen wil de wethouder niet. “Ik zou het wel willen, maar de budgetten die Amsterdam en Delft in kas hebben zijn helaas onvergelijkbaar.”
Conclusie
Voor een systeemverandering is uiteraard meer nodig. “Een belasting op materiaal in plaats van inkomen," oppert het publiek meermaals. “En de btw op reparatie moet omlaag.” "Duurzaamheid moet onderdeel worden van elk beleid.” Zwart: “In Delft werken we aan een retailvisie. Retailbedrijven verkopen nieuwe spullen. Hoe kun je met een retailvisie duurzame stappen zetten en repareerbaarheid bevorderen? Dat zijn interessante vragen.”
Aan het einde van de middag reikt Ruth Mugge de white paper uit aan Marieke Spijkerboer, directeur Directie Duurzame Leefomgeving en Circulaire Economie, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Bij het ministerie is er werk aan de winkel. “We gaan nieuwe standaarden ontwikkelen, zodat producten langer meegaan en makkelijker te repareren zijn. Het idee van 3D-printen om vervangende onderdelen te maken, dat ook in de white paper aan de orde komt, vind ik heel interessant. Dat nemen we mee in de onderhandelingen.”
Read the whitepaper 'Reparatie in de circulaire economie'