Wie het WK voetbal en de ontwikkelingen in de Nederlandse land- en tuinbouw volgt, komt in de verleiding om boer, tuinder en Marokkaan in één adem te noemen. De één zal zeggen dat het gaat om groepen mensen die we in ons land marginaliseren, de ander dat het gaat om lieden met perspectief in een snel veranderende wereld.
Fotocredits: Ambassadeur Jeroen Roodenburg, Tom Birel
Marokko is het eerste Afrikaanse land dat zich plaatst voor de laatste 4 van het WK voetbal. Het heeft zicht op de wereldtitel, Nederland is dat kwijt.
Die eeuwige Nederlandse ambitie om wereldkampioen te worden, is ook op het gebied van land- en tuinbouwexport te mooi om waar te zijn. Onze exportpositie is tenslotte in belangrijke mate een handelsstroom die niet op eigen bodem is geproduceerd. We importeren voer en andere agrarische commodities en verwerken of verhandelen die. Met Afrika als opkomend continent, zal Marokko zeker niet het enige van de 54 Afrikaanse landen blijven dat zich in top 4 zal melden. Kennis en competenties zijn zich aan het verspreiden. Wie superieur blijft denken vanuit oude patronen en verhoudingen, is niet meer van deze tijd.
Geen toeval
Deze opkomst van Marokko is geen toevalligheid. Het binden van voetballers vanuit de Marokkaanse diaspora aan het nationale team in combinatie met een nationale strategie van competentie-ontwikkeling gebeurde door de voor dat doel opgezette Mohammed VI Football Academy. De winst van het nationale elftal is het resultaat van een coherente strategie die werd ingezet door de directeur van de Marokkaanse voetbalbond Fouzi Lekjaa, die tevens onderminister voor financiën is.
Vier in Nederland geboren spelers zijn opgenomen in de selectie. Zelfs de hoofdredacteur van dit medium weet inmiddels te melden dat de voetballers Sofyan en Nordin Amrabat in zijn geboorteplaats Huizen (NH) hun voetbalcarrière begonnen bij HSV Zuidvogels. Om de leeuw (naar keuze de Marokkaanse of de Nederlandse) maar in de bek te gaan kijken: als wij onze posities moeten afstaan aan nieuwe landen, hoe moeten we dan met onze verworvenheden omgaan? Het antwoord is niet zo ingewikkeld: door onze kennis en vaardigheden op een radicaal andere manier in te zetten.
Drie jaar stikstofcrisis heeft Nederland nog steeds geen perspectief opgeleverd. Inmiddels staan ook een water-, bodem- en vooral energiecrisis voor de deur. Wereldkampioen worden volgens de oude spelregels, zal niet meer lukken.
Water en energie
Met 40% van de bevolking werkzaam in agrarische ketens, is Marokko in grote mate afhankelijk van landbouw voor zowel export (aardbeien, sinaasappelen, tomaten) als lokale voedselvoorziening. Het meest complementair en concurrerend met Nederland is de tuinbouw, met name voor wat betreft vruchtgroenten in het winterseizoen. Met huidige energieprijzen, begint het logischer te worden om in Marokko te produceren dan in Nederland. Alleen ontbeert Marokko de kennis en kunde om deze productie duurzaam te realiseren omdat het te verspillend met water omgaat. Water wordt steeds schaarser in het land door klimaatverandering.
Twee verschillende werelden, voetbal en land- en tuinbouw, maar eenzelfde benadering. De visie die Marokko voor de voetbal uitrolt, wordt ook toegepast in de tuinbouwsector. Afgelopen zaterdag opende Prof. Farid Lekjaa - broer van Fouzi - in aanwezigheid van de Marokkaanse Minister van Landbouw Dr. Mohamed Sadiki en de Nederlandse ambassadeur in Marokko Jeroen Roodenburg, het Centre of Excellence Horticulture (CEH) in een afgeladen vol Institut Agronomique et Vétérinaire Hassan II (IAV) te Agadir. De minister sprak over het belang van voedselsoevereiniteit voor Marokko en het Afrikaanse continent waar zijn land een rol in wil spelen. Afrika is op dit moment sterk afhankelijk van andere continenten om zich te voeden omdat het gemiddeld 20% te weinig teelt.
Dr. Mohamed Sadiki sprak de pers over de opening, Tom Birel
Dat Marokko zaterdag zou spelen, was in de zaal te merken, FL Media
Wellicht geholpen door de huidige energieprijzen, zijn Nederlandse tuinders meer dan geïnteresseerd in de ontwikkelingen die nu in Noord-Afrika gaande zijn.
Mede ondersteund door de Nederlandse overheid is ten behoeve van de kennisontwikkeling op de campus een glazen kas van 8.000 m2 gerealiseerd ten behoeve van onderzoek, onderwijs en demonstratie. Samen met Nederlandse kennisinstellingen, innoverende bedrijven van 'zaad tot tomaat' is een belangrijke stap gezet om in samenwerking tussen de Marokkaanse en Nederlandse tuinbouwketens het bedekte teeltgebied van 25.000 ha rondom Agadir te moderniseren en te verduurzamen.
De focus van de campus richt net als de Marokkaanse voetbalstrategie niet alleen op Marokko maar ook op Afrika in haar geheel. Wellicht geholpen door de huidige energieprijzen, zijn Nederlandse tuinders meer dan geïnteresseerd in de ontwikkelingen die nu in Noord-Afrika gaande zijn. Een cluster dat twee continenten omspant begint gestalte te krijgen en zet zich opnieuw. Dat kan razendsnel lukken als het daar de contact- en overlegstructuren voor weet te maken. Ook daar ging het zaterdag over in Agadir.
Hoewel volgens ingewijden de vergelijking tussen tuinbouw en melkveehouderij altijd mank gaat, staat Marokko met 600.000 melkveehouders voor nog een flinke uitdaging waarvoor nieuwe kennis en kunde welkom zijn. Er is minimaal werk voor een heel elftal boer Ayoubs.
Kortom boer, tuinder verenigt U met de Marokkaan (de Roemeen, de Pool, de Irakees, de Nigeriaan, de…) en kom tot een wenkend perspectief.
Minister Sadiki (helemaal links) tijdens het openingssymposium, FL Media
Geschreven door Coen Hubers op FoodLog